Kleine, maar fijne musea

Tips voor thuisblijvers: vijf kleine, minder bekende musea die toch de omweg waard zijn. Beluister de radioreportages uit “De Ochtend” (Radio 1) hier.

Het Adornesdomein in Brugge is een echte middeleeuwse verborgen parel. Adornes was een Italiaanse handelsfamilie die zich een slordige 800 jaar geleden in Brugge vestigde en daar tot de upperclass ging behoren. 17 generaties later is het domein nog altijd in handen van afstammelingen van Adornes, de familie de Limburg Stirum. De bizarre 15-eeuwse Jeruzalemkapel is zeker een bezoek waard; Anselm Adornes liet die bouwen na een avontuurlijke pelgrimage naar het Heilig Land.
In de oude godshuizen leer je meer over de geschiedenis van de familie; er is ook hedendaagse kunst te zien van Maaike Leyn. “Je komt hier binnen in de intimiteit van een authentiek middeleeuws familiaal landgoed,” klinkt de uitnodiging van gravin Véronique de Limburg Stirum. Het Adornesdomein is elke dag open, behalve op zon- en feestdagen, van 10 tot 17 uur. 

Niet van van het Zilvermeer in Mol ligt het gehucht Sluis en daar vindt u het Jakob Smitsmuseum. Jakob Smits was een Nederlandse schilder die het landschap en de gewone mens zocht en vond in de stille Kempen. Op de stemmige zolder van het museum is deze zomer ook een uitzonderlijke collectie tekeningen van Eugeen Van Mieghem te zien, uit de nalatenschap van Smits. “Van Mieghem tekent dynamisch, Smits verstild, maar allebei waren ze sterk sociaal bewogen,” zegt Piet Deceuninck van het Jakob Smitsmuseum. Het is open van woensdag tot en met zondag tussen 13 uur en  17 uur.

Een groentemuseum, dat moet wel in Sint-Katelijne-Waver liggen, de tuinbouwstreek bij uitstek.  In ’t Grom vindt u levend erfgoed en oude groentesoorten. Het is een gerenoveerde achttiende-eeuwse beschermde langgevelhoeve met schuren en tuinen die ooit behoorde aan de Abdij Roosendael. Van de historische museumtuinen met groenten én bloemen spatten de kleuren af.  ’t Grom is bij uitstek geschikt voor een bezoekje met kinderen. Onder de grond kijken hoe wortels groeien en tijdens zomerkampjes groenten oogsten en klaarmaken? Het kan in Sint-Katelijne-Waver, een oase van rust vlakbij de bewoonde wereld. Open van dinsdag tot en met vrijdag van 10 tot 16 uur; op zon- en feestdagen van 13 tot 17 uur.

Het Mundaneum in Bergen kunnen we beschouwen als de voorloper van onze zoekmachines, een “Google van papier”. Twee visionaire mannen uit het begin van de 20e eeuw liggen er aan de basis van: Paul Otlet en Henri La Fontaine, allebei pacifist en liefhebber van de wetenschap. Ze verzamelden de gegevens van miljoenen boeken en artikels en zorgden ervoor dat die informatie opzoekbaar was met een cijfersysteem. De originele “fichebakken” en een hoop uitleg over de revolutionaire uitvinding vind je in een voormalig art-deco warenhuis in hartje Bergen. Open van woensdag tot en met vrijdag van 13 tot 17 uur; in het weekend van 11 tot 18 uur. Er loopt ook een leuke expo met prenten over België doorheen de geschiedenis.

De kronkelende Leie in Oost-Vlaanderen inspireerde altijd al veel kunstenaars. Geen wonder dat er interessante musea zijn. In het Museum Dhondt-Dhaenens in Deurle, het Museum van Deinze en de Leiestreek en in het Roger Raveelmuseum loopt deze zomer de “Biënnale van de Schilderkunst“, met oudere en gloednieuwe werken die met elkaar dialogeren en/of botsen. Toepasselijk thema in coronatijden: “Binnenskamers”. Open van dinsdag tot en met zondag. Om van het idyllische landschap te genieten is deze fietsroute warm aanbevolen. 

Permeke in Oostende: “Hij schildert de zee van binnenuit”

Oostende stelt in de Venetiaanse Gaanderijen – ook een erfenis van Leopold II trouwens – bijzondere schilderijen en tekeningen van Constant Permeke tentoon. Vergeet de clichés: Permeke gebruikt meer kleur dan u denkt om zijn stad en zijn vissers te typeren. Acteur Jan Decleir kruipt in de huid van Permeke om u rond te leiden.

Nochtans is Permeke geen geboren Oostendenaar; zijn vader was uit West-Vlaanderen weggetrokken en Constant ziet het levenslicht in Antwerpen. Op zijn vijfde komt het gezin naar Oostende. Constant verlaat de stad om te studeren, leeft korte tijd in Sint-Martens-Latem, woont tijdens de Eerste Wereldoorlog in ballingschap in Groot-Brittannië en keert in 1919 terug naar Oostende, voor tien enorm vruchtbare jaren.    

Tussen de vissers

Permeke kiest ervoor om te wonen en werken aan de oosteroever, bij de vuurtoren, tussen de vissers, zegt Els Vermeersch, curator van de expo “Over Permeke. Met de klankkleur van een basviool”. Van het mondaine Oostende – casino, renbaan, koninklijke gaanderijen – is aan die oostkant niet veel te merken. Het is een arme visserswijk. Waar nu, honderd jaar later, sjieke appartementen verrijzen.

“Als Permeke een wandeling op de dijk wil maken, dan moet hij de boot nemen,” zegt Els Vermeersch. Dat is in die tijd een roeiboot met een “jolleman” aan de riemen. Op de tentoonstelling zijn verschillende schilderijen van kloeke jollemannen te zien, met sterke diagonale lijnen en veel beweging en spierkracht.

Constant Permeke maakt enorme houtkooltekeningen van vierkante vissers of een imponerende vissersvrouw met gekruiste armen. Het zijn geen portretten, zegt Els Vermeersch: “Hij komt los van het letterlijk portretteren en wil universele types afbeelden. Hij wil de visser tonen in zijn pure karakter, op een expressionistische manier. Kijk naar de handen. Handen in de zakken, handen in de zij, de kromgewerkte handen van de zeebonk waaraan een vinger ontbreekt.”

Ik schilder niet zoals ik zie, maar zoals ik meen gezien te hebben

Permeke geeft zijn ogen de kost op de kade of op zee en verwerkt dat later op zolder in zijn atelier. “Met de klankkleur van een basviool,” schreef zijn vriend Karel van de Woestijne over hem. Els Vermeersch: “Hij vervormt de werkelijkheid om zijn eigen verhaal te vertellen.” Of zoals hij zelf zei: “Ik schilder niet zoals ik zie, maar zoals ik meen gezien te hebben.” 

Ook tijdgenoten komen aan bod. Toch is de stem van Permeke uniek, zegt Els Vermeersch: “Ensor en Spilliaert bekijken de zee vanaf de dijk; Permeke, die opgroeit op een woonboot, later zelf een boot koopt en vaak de zee opgaat met vissers, schildert de zee van binnenuit.” Een mooi voorbeeld is het vroege werk “De baadster”: de zee kolkt van licht en kleur rond het stipje van de zwemster. 

Drie kwart van de werken in Oostende komt uit privéverzamelingen. Permeke was en is ook internationaler dan je zou denken, stipt Els Vermeersch aan, “de kunst van Permeke stopte zeker niet aan de grens van Vlaanderen.” In de catalogus is een optelsom gemaakt: bijna 1000 tentoonstellingen, 40 procent daarvan in het buitenland.  Zo toont het werk “De lastdrager” op de achterzijde zijn internationale paspoort, met vignetten van vroegere tentoonstellingen, van Beauvoorde tot Shanghai. 

De Permeke-expo is op de voorziene datum geopend, ondanks corona. Zomaar vanaf de dijk binnenwaaien gaat voorlopig niet. Bezoekers moeten reserveren; er kunnen acht mensen per kwartier binnen. Acteur Jan Decleir kruipt in de huid van Constant Permeke in de Erfgoedapp. Er is een speciale versie voor kinderen, en ook slechtzienden of slechthorenden komen aan hun trekken. De expo loopt tot na de herfstvakantie.

Ook bijzonder: de foto’s van Maurice Antony van het gezin Permeke en de vissers op de oosteroever.

Lees dit artikel met audio en video op vrtnws.be

Kunst in de koeltoren

In een van de twee ongebruikte koeltorens van de elektriciteitscentrale van Vilvoorde is een installatie van de Nigeriaanse kunstenaar Emeka Ogboh te ervaren, in klank en beeld.  Meteen een unieke gelegenheid om in de buik van zo’n indrukwekkende koeltoren te kruipen en met de echo van je stem te spelen.

Ze zijn van ver te zien, de twee bijna 80 meter hoge koeltorens van de elektriciteitscentrale langs de Zenne in Vilvoorde. Voor het kunst- en muziekfestival Horst is er nu een installatie in ondergebracht van de Nigeriaanse multimediakunstenaar Emeka Ogboh.

Een wandeling via een zandwegel langs de Zenne brengt je aan de voet van de twee mastodonten van koeltorens, nu buiten gebruik. Ze staan op hoge poten en onder de nieuwste stroomt nog water. Met een roestig trapje gaat het een meter of tien naar boven, en dan staat de bezoeker binnenin de open “klos” van de koeltoren. Via een platform stap je tot in het midden, met boven je het ronde gat als een vollemaan.

In die bijzondere galmrijke omgeving heeft de Nigeriaan Emeka Ogboh een klankinstallatie gemaakt met 12 luidsprekers rondom. Je hoort een Griekse smeekbede, veelstemmig gezongen door het koor Pleiades, dat wat doet denken aan “Le mystère des voix Bulgares”. Het lied verhaalt over ballingschap en gedwongen migratie. Tegelijk loopt over de wand van de koeltoren een groen-en-rode “tickerbar”, een lichtkrant waarop de recentste beurskoersen af te lezen zijn.  

Het politiek geladen werk “The way earthly things are going” van Emeka Ogboh – de titel komt uit het lied “So much trouble in the world” van Bob Marley – was eerder te zien op Dokumenta in Kassel en in Tate Modern in Londen. En nu dus in de afgedankte koeltoren van Vilvoorde.

Het werk maakt deel uit van het Horst-festival dat ook aan de overkant van de Zenne is geland in het vroegere militaire domein Asiat, met nog meer installaties van binnen- en buitenlandse kunstenaars in verlaten loodsen. Midden september vindt er ook een festival plaats met vooral elektronische muziek. De installatie in de koeltoren en alle andere werken zijn elke woensdag, zaterdag en zondag gratis te ervaren van 14 tot 22 uur.

De locatie is om nog andere redenen bijzonder. De twee torens horen bij de elektriciteitscentrale van Vilvoorde, die dateert van eind jaren 50, en die afwisselend op steenkool en gas draaide. In 1982 vond er een zware explosie plaats, die bijna heel het land zonder stroom zette.

De centrale is al een tijd buiten gebruik. In 2009 verkocht Electrabel haar aan het Duitse E.on. Daarna kwam ze in handen van het Bulgaarse Energy Market. Hoewel de centrale al vijf jaar gesloten is, werd ze vorige winter verschillende keren weer opgestart, toen de vraag naar stroom te groot werd. Op dit moment is er een concurrentiestrijd aan de gang om op de locatie een nieuwe centrale te bouwen. 

Lees dit artikel ook op vrtnws.be.

De weldaad van het zwijgen

bundel20e Kunst in de Troost: feestelijke expo en dichtbundel

20 jaar geleden startte de Vriendenkring van de Troost met een mooi project: kunstenaars uitnodigen om tentoon te stellen op een van de mooiste en stilste locaties van Vilvoorde, de kloostertuin van Onze-Lieve-Vrouw van Troost. De werken werden te koop aangeboden en de opbrengst was bestemd voor de restauratie van de 17e-eeuwse basiliek.

We zijn 20 jaar verder en intussen hebben vele honderden kunstenaars en vele duizenden bezoekers de weg gevonden naar Vilvoorde. Kunst in de Troost is een bekend evenement geworden in de wijde omgeving. En de restauratie van de basiliek is al ver opgeschoten. Maar het werk is nog niet af.

Voor de feestelijke 20e editie van Kunst in de Troost zijn opnieuw 25 kunstenaars klaar om hun werk te tonen in de tuinen en de binnenruimte. Schilders, grafici, beeldhouwers, glaskunstenaars: zoals altijd is diversiteit welkom in de Troost.

Guido Adriansens, Magda Bossier, Martine Bossuyt, Lydia Cauwenberghs, Viviane De Greef, Roger De Haes, Lebuïn D’Haese, Dirk Huyghe, Arno Kuppens, Jos Kuppens, Francis Méan, Willy Peeters, Guy Saey, Irma Smeets, Mieke Tambuyzer, Liliane Van der Elst, Mir Van Nyvelseel, Koenraad Van Daele, Peter Vandevijver, Hilde Vandewalle, Hubert Verbruggen, Veerle Verheylewegen, Els Vermandere, Willem Vermandere en Jan Verschueren stellen tentoon.

Locatie: Onze-Lieve-Vrouw van Troost, Trooststraat, 1800 Vilvoorde

Openingstijden:
zaterdag 4 en zondag 5 mei 2019 van 14 tot 18u
zaterdag 11 en zondag 12 mei 2019 van 14 tot 18u
maandag 13 mei 2019 (Jaarmarkt) van 11 tot 18u

Vernissage op zaterdag 4 mei om 14u, met burgemeester Hans Bonte en VRT-journalist Lucas Vanclooster en de dichters van dit bijzondere project:

Dichtbundel “De weldaad van het zwijgen”

Ter gelegenheid van de 20e editie van Kunst in de Troost verschijnt ook een dichtbundel met als thema troost. “De weldaad van het zwijgen” is een uitgave van KIM, met tekeningen van Irma Smeets en gedichten van Dirk Blockeel, Kristien Bonneure, Walter Buts, Gerd De Clerck, Thomas Goyvaerts, Erik Guldentops, Dirk Huyghe, Luc Mommaerts, Joseph Pearce, Renaat Ramon, Alain Vanclooster en een (anonieme) karmelietes.

De geïllustreerde bundel is te koop tijdens de tentoonstelling en in Standaard Boekhandel. Prijs: 15€.

Meer informatie op
www.facebook.com/kunstindetroost

www.kunstindetroost.be

IMG_20190402_150949.jpgMT_vrouw die leest.JPG

WP1

KV4.JPG

Dona nobis pacem

britten

Naar aanleiding van Wapenstilstand brengt het Concertgebouw in Brugge het “War Requiem” van Benjamin Britten, werelderfgoed van vlammende en tegelijk ingetogen anti-oorlogsmuziek en –poëzie.

“War Requiem” zoek je tevergeefs in de jaarlijkse Klara top 100. En toch is dit werk één van de belangrijkste en interessantste composities uit de muziekgeschiedenis. Naar aanleiding van Wapenstilstand en in het kader van Gone West brengt het Concertgebouw Brugge twee uitvoeringen en een debat over oorlog en vrede.

Coventry Cathedral

Benjamin Britten werd begin jaren ’60 uitgenodigd om muziek te schrijven voor de heropening van Saint Michael’s Cathedral van Coventry in Engeland. Dat gebouw was tot een ruïne herleid in de Tweede Wereldoorlog. De brokstukken bleven symbolisch staan, en ernaast verrees een modern gebouw. Het was de opdracht waarop componist Britten al een tijdje op zat te wachten: een magnum opus schrijven, doordesemd van zijn pacifisme en humanisme.

Koude oorlog

“War Requiem” ging in première op 30 mei 1962.  Het waren spannende tijden; de Cubaanse rakettencrisis zou later dat jaar de wereld tot aan de rand van een atoomoorlog brengen. Hoe ironisch dat een universeel pacifistisch werk zelf het slachtoffer was van koude-oorlogsgedoe: voor de première mocht de Russische sopraan Galina Visjnevskaja de Sovjetunie niet verlaten. Ze werd vervangen door een Britse zangeres, maar zong een jaar later wel voor de beroemde eerste plaatopname.

De twee andere solisten waren de Britse tenor Peter Pears, levenspartner en muze van Britten en de Duitse bariton Dietrich Fischer-Dieskau, die zo overweldigd was door zijn emoties dat hij na afloop van het podium moest worden geholpen. Er was geen applaus, om de intense atmosfeer na de laatste noot niet kapot te maken.

Anti-oorlogspoëzie

Britten bracht artiesten uit voormalige vijandelijke staten samen in Coventry Cathedral, maar hij waagde zich muzikaal aan nog een groter experiment. “War Requiem” bestaat uit de delen van een traditionele Latijnse dodenmis (Sanctus, Dies irae…) maar die worden doorsneden met anti-oorlogsgedichten van war poet Wilfred Owen, die vlak voor Wapenstilstand 1918 alsnog sneuvelde aan het front in Noord-Frankrijk.

 

Geen heroïek in de verzen van Owen, maar wel een bittere aanklacht, en ook mededogen. Van hem zijn de wijze woorden dat het een leugen is om zoet en eervol te sterven voor het vaderland: “the old lie: dulce et decorum est pro patria mori”. Op het einde van het “War Requiem” zingt de stervende soldaat: “I am the enemy you killed, my friend”. De teksten grijpen dramatisch op elkaar in. De bazuinen van het laatste oordeel uit de Latijnse ritus plakt Benjamin Britten -tsjakka- aan de versregels van Owen over het klaroengeschal aan het front.

Niet voor niets schreef de componist deze verzen van Owen op het titelblad van de partituur:

My subject is War, and the pity of War. The Poetry is in the pity … All a poet can do today is warn.

“De duivel in de muziek”

Ook muzikaal is het “War Requiem” een waagstuk. Britten gebruikt een tritonus als rode draad in het werk, een interval van hele noten dat sinds de Middeleeuwen als des duivels werd bestempeld – niet toevallig maken ook onze vrienden van de heavy metal vaak gebruik van deze klankenconstellatie.

Wat de bezetting betreft, trekt Britten alle registers open. Een groot symfonisch orkest én een kamerorkest, een koor én een jongenskoor én vocale solisten. Soms komen er zelfs twee dirigenten aan te pas. Het “War Requiem” is reusachtig luid en dreigend, de mokerslagen volgen elkaar op. Maar daar tegenover staan zeer ingehouden, ijle, bijna etherische passages die elke wervel in je ruggengraat beroeren.

Het “War Requiem” was meteen een schot in de roos. Van de plaat werden de eerste vijf maanden 200.000 exemplaren verkocht. Du jamais vu voor hedendaagse klassieke muziek. Live-uitvoeringen blijven populair, zeker op bijzondere locaties.

Britten in Ieper

In 1967 was er een live-uitvoering in Ieper, een halve eeuw na de slag bij Passendale. Benjamin Britten dirigeerde zelf; koning Boudewijn en koningin Fabiola waren erbij en al wie daar toen bij betrokken was, herinnert zich dat als de dag van gisteren. Met één van hen mocht ik ooit eens de partituur inkijken, een jaw-dropping ervaring zoals dat zo mooi in het Engels heet. Toen onlangs een nieuwe compositie van Piet Swerts in première ging in Ieper, vergeleken sommige zangers dat met de ervaring uit hun kindertijd, als lid van het knapenkoor vijftig jaar geleden.

Geef ons vrede

Mijn favoriete passage is het bizarre “Benedictus” waarvan de mystieke ingetogenheid plots wordt aan flarden wordt gescheurd door slagwerk als kanonnengebulder. De oosters aandoende tonen van “dona nobis pacem” klimmen op hun ladder ook recht naar de hemel, weg uit de oorlogshel. Geef ons vrede. Vlammende anti-oorlogsmuziek, daar kunnen we vandaag de dag nog wel wat mee. Denk aan die muzikanten in Mosoel die “Imagine” speelden.

Hoe moeten we ons verhouden tot kunst die over oorlog en vrede gaat? Is dit een sublimatie, die het allemaal minder erg maakt? De kunstenaar die toch iets moois heeft gecreërd uit al dat bloed en die modder? Zeker. Britten heeft het verhevene van de Latijnse gezangen over engelen en hemelse vrede verknoopt met het aardse van de dichter in de loopgraaf. Maar tegelijk luister ik straks naar het “War Requiem” met onrust en kwaadheid. Omdat de menselijke soort nog altijd niet heeft begrepen dat er zo al genoeg lijden in de wereld is. Dat we er niet nog een portie aan moeten toevoegen.

 

“War Requiem” in het Concertgebouw in Brugge:

op woensdag 8 november een debat met o. a. de ambassadeur van Duitsland en de rector van het Europacollege over de naweeën van WOI

op vrijdag 10 en zaterdag 11 november:  uitvoering “War Requiem” door Bochumer Symphoniker, Rotterdam Symphony Chorus, Octopus Symfonisch Koor, Kinderkoor Opera Vlaanderen, dirigent Steven Sloane, sopraan Sarah-Jane Brandon, tenor Ben Johnson, bas Thomas Bauer.

Online is het “War Requiem” integraal te beluisteren, met uitgebreid commentaar via www.warrequiem.org.

Lees deze tekst ook op vrtnws.be. En dit is ook een helder filmpje van Klara.

Oorlogskunst die naar de keel grijpt

Verwundeter (Herbst 1916, Bapaume). Batt 6 aus: "Der Krieg"In Mechelen  is de tentoonstelling “The Art of War” geopend, met grafiek over de Eerste Wereldoorlog. Tegelijk legt de expo de link met nu.

Kazerne Dossin, het museum over de holocaust en de mensenrechten, verkent voor deze tentoonstelling de periode net voor de Tweede Wereldoorlog. In dat interbellum gingen veel kunstenaars aan de slag met de horror die ze vaak zelf hadden meegemaakt in de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog.

De expo gaat van start met een fiere “Ridder met lans” van Max Beckmann uit 1915. De patriottische trots verwatert snel. Wat volgt is de totale ontmenselijking in de eerste oorlog op industriële schaal.

De expressionist Otto Dix had zichzelf gemeld voor actieve dienst; hij maakte de slag aan de Somme mee. Na 1918 ging hij op onderzoek in de hospitalen die vol gewonden lagen. Daaruit groeide zijn bloedstollende reeks van 50 etsen “Der Krieg”. Half weggeschoten gezichten, mislukte operaties, doodsangst in de ogen, tronies met gasmaskers, landschappen vol kraters en verhakkelde lijken. “Gewondentransport in de bossen van Houthulst” is zo’n aangrijpend beeld van een man in een geïmproviseerde brancard. De soldaten die hem dragen moeten zichzelf behelpen met wandelstokken. Laarzen, helmen, afgebroken boomstammen, modder en regen, veel regen. Dix is ook de man van de groezelige taferelen in bordelen, met dronken soldaten. Korte tijd later zouden de nazi’s hem catalogeren als een ontaarde kunstenaar.

b7455aa6-5cf7-4564-b727-6b9bc3d72859-2060x1632

Van George Grosz zijn sarcastische, bijna karikaturale etsen te zien van hoge piefen in het leger, altijd met snor en epauletten. Een veelzeggende titel: “Maul halten und weiter dienen”. Ook dikdoenerige oorlogsprofiteurs kan Grosz als geen ander portretteren.

81397_1_gallerydetail_maul-halten-und-weiter-dienen-hat-george-grosz-1893-1959-diese-zeichnung-betitelt-foto-kunstmuseum-solingen

Paul Joostens brengt op vernieuwende, versplinterende wijze de bommen op Antwerpen en Reims in beeld. Er zijn ook houtsneden van Frans Masereel in de tijdschriften  “La Feuille” en “Les tablettes” te zien. En “Bezette stad” van Paul Van Ostaijen.

Uit 1937 dateert “De droom en de leugen van Franco” van Pablo Picasso, waarin je heel wat elementen ziet die ook in zijn meesterwerk “Guernica” opduiken.  Even krachtig is de reeks “De verschrikkingen van de oorlog” van Francisco Goya, een eeuw vroeger.

Vrede is nooit vanzelfsprekend

 

Stuk voor stuk zijn het schreeuwende aanklachten tegen geweld. Kazerne Dossin koppelt daar gezaghebbende stemmen-van-nu aan. Opinionleaders die de link leggen met toen. Conflictjournalist Rudi Vranckx ziet in de “Heimatlose” van Ludwig Meidner vluchtelingen van àlle tijden en oorlogen. Vrouwenrechtenactiviste Darya Safai herkent in de “Wenende vrouw” van Max Beckmann haar eigen moeder in Iran.  Op de opening van “The Art of War” liet Luc De Vos, emeritus hoogleraar, een waarschuwing horen: “Vrede is nooit vanzelfsprekend; het kan verkeerd lopen als we elkaar gaan diaboliseren”. Hij verwees expliciet naar Catalonië en Spanje.

Zelf meer de dialoog aangaan, meer luisteren.

Conservator Veerle Vanden Daelen hoopt dat de expo de bezoeker aan het denken zet, dat die als het ware veranderd buiten komt, “niet met grootse idealen maar wel met een idee wat je zelf kan doen, opdat een conflict opgelost kan worden met woorden, en niet met geweld. ”

“The Art of War. Door de oorlog getekend” in Kazerne Dossin in Mechelen loopt tot 1 juli 2018.

Wouter Torfs: “Stilte is de taal van de liefde”

De ondernemer roept op om deel te nemen aan “Silence for Peace” in Antwerpen, een sit-in voor meer verbondenheid.

Vorig jaar streek Silence for Peace drie dagen en drie nachten neer op het Muntplein in Brussel, waar mensen van allerlei rangen en standen samen zaten in stilte. Een vredesinitiatief om tot meer samenhorigheid te komen in tijden van conflict. Na Brussel en ook Leuven is nu Antwerpen aan de beurt, een dag en een nacht, van vrijdag 17 uur tot zaterdag 17 uur op de Handschoenmarkt, vlak bij de kathedraal.

Wouter Torfs doet mee en roept anderen op om zijn voorbeeld te volgen. “Stilte is de taal van de liefde”, zegt de ondernemer. “Samen in stilte zitten brengt verbinding, terwijl woorden toch vooral dienen om te overtuigen en te scheiden.”

Walk with me

Tegelijk is op veel plaatsen in Vlaanderen “Walk with me” te zien, een rustgevende documentaire over de Vietnamese boeddhistische monnik Thich Nhat Hanh en zijn beweging voor mindfulness en wereldvrede.

 

Thich Nhat Hanh is wereldberoemd door zijn boeken. Er zijn miljoenen exemplaren van verkocht in tientallen talen. De bescheiden boeddhist leeft al sinds de jaren 60 in Frankrijk. In Frankrijk stichtte hij een kloostergemeenschap, “Plum Village”. Daar wonen monniken en zusters, maar er komen ook veel leken op retraite.

Regisseurs Marc J. Francis en Max Pugh werkten drie jaar aan de documentaire.

De film zelf is een meditatie, en zo wordt de bioscoop een meditatiezaal

Het is een intuïtieve film, waarin de camera registreert wat er in het klooster gebeurt, en ook op verplaatsing. De boeddhistische monniken reisden ook naar New York, om er te werken in de gevangenis. Ontroerend is ook het weerzien met familieleden.

“Walk with me” is geen portret van Thich Nhat Hanh zelf; dat wilde hij niet. De man is intussen 90 en na de film kreeg hij een beroerte.

Thich Nhat Hanh, genomineerd voor de Nobelprijs voor de Vrede, wordt gezien als de grondlegger van de mindfulness in het westen, de psychische training om rustiger en stabieler in het leven te staan, gebaseerd op boeddhistische meditatie en ademhalingstechniek.

De film krijgt extra diepgang door wondermooie natuurbeelden en door de stem van Benedict Cumberbatch. De Britse steracteur leest fragmenten uit het dagboek van Thich Nhat Hanh.

 

Op woensdag 27 september komt “Walk with me” in de zalen. Dit weekend zijn er speciale vertoningen in Brugge (Lumière), Brussel (Cinema Aventure en Vendôme), Gent (Sphinx) en Antwerpen (Cartoon’s).

Stilte is een kunst

https://www.randkrant.be/artikel/kristien-bonneure-kunst-in-de-troost

De poort achter het stilste plekje van Vilvoorde gaat voor enkele dagen open. Twee weekends kan je achter de dikke muren van het slotklooster van Onze-Lieve-Vrouw van Troost een reeks kunstwerken gaan bekijken. Kristien Bonneure en haar partner Lucas Vanclooster maakten de selectie.
Kunst in de Troost is een unieke gelegenheid om de troostende kracht van een stille plek te ervaren. De werken van maar liefst 25 kunstenaars staan tentoongesteld in de mooie kloostertuin en enkele ruimten binnen in het klooster. Het werd een stil ensemble van creaties van schilders, grafici, beeldhouwers en keramisten. Elk op hun manier en via hun artistiek medium nodigen ze je uit om stil te staan en dieper in te gaan op een gedachte of een gevoelen. Dat je op één plek zoveel creatief talent kan vinden, is uniek.’

‘Net zoals de plek waar de tentoonstelling plaatsvindt. Ik herinner me nog hoe ik vele jaren geleden – toen ik nog niet zo lang in Vilvoorde woonde – aan mijn echtgenoot vertelde dat die wereld achter de groene poort van het karmelietenklooster me fascineerde. Dat zich daar een leven in alle stilte afspeelde, sprak toen al tot mijn verbeelding’, zegt Bonneure.

‘Stilte helpt om aandachtiger te luisteren.’

Aan de ingangspoort van de kloostertuin hangt een gedicht. Het is een ode aan de stilte. Bonneure schreef er drie jaar geleden een boek over: Stil leven, een stem voor rust en ruimte in drukke tijden. ‘In onze hectische wereld zijn stille plekken even levensnoodzakelijk als oases in de woestijn. Ook ik verdwijn af en toe graag een paar dagen in de stilte. Nog belangrijker vind ik het om stilte in mijn dagelijkse leven in te weven. Stilte brengt evenwicht en diepte. En hoe gek het ook mag klinken, stilte werkt verbindend. Het helpt je om aandachtiger te luisteren. Naar de wereld, de andere en naar je eigen innerlijke stem.’
Helpt kunst ons ook om die innerlijke stem te vinden? ‘Het valt me op dat de stilte van deze exporuimte vele kunstenaars aanspreekt. Het doet hun werken ook tot hun recht komen. Hun creaties komen trouwens vaak in grote stilte tot stand.’ Of zoals het gedicht aan de ingangspoort van de kloostertuin zo treffend samenvat: In de tuin bloeit stilte. In stilte bloeit kunst.

29 EN 30 APR • 6, 7 EN 8 MEI
Kunst in de Troost
Vilvoorde, www.kunstindetroost.be

infoDe toegang is gratis. De opbrengst van de verkoop van de kunstwerken gaat naar de restauratie van de Troostbasiliek.

Nathalie Dirix, verschenen in RandKrant mei 2017

Kunst in de Troost 2017

 

Voor de 18de keer opent het karmelietessenklooster Onze-Lieve-Vrouw van Troost de poort voor hedendaagse kunst. Dit jaar voor het eerst twee weekends: 29 en 30 april en 6, 7 en 8 mei 2017.

Kerk en klooster.

Bakens in de branding van verhalen en herinneringen.

Kerk en klooster.

Ankers van de tijd.

–          Joseph Pearce

’t Is een mooie traditie: rond de tijd van de Troostkermis biedt het stilste plekje van Vilvoorde rust en schoonheid. Ook dit jaar zijn in de tuin en in verschillende kamers van het convent werken te zien van 25 kunstenaars.

Dit zijn de deelnemers van 2017:

Annie Andriessen, Jean-Pierre Belaen, Jos Bolle, Martine Bossuyt, Nadine Callebaut, Sebastiaan Coppens, Annie M. Desmet, Natacha Dimovska, Chantal Grard, Marcel Haccuria, Francis Holemans, Luc Leroy, Malyqa, Roos Mannaerts, Francis Méan, Kaarin Poppe, Gerda Standaert, Cine Touchant, Carine Van Hee, Jos Van Moorhem, Karel Van Roy, Patrick Van Tilborgh, Veerle Verheylewegen, Michel Vranckx en Christel Weyts.

Ze werken in uiteenlopende disciplines en materialen: schilderkunst, grafiek, keramiek, brons, hardsteen, marmer, glas… De kunstwerken worden te koop aangeboden, ten voordele van de restauratie van de basiliek van Onze-Lieve-Vrouw van Troost.

Voor het eerst kan het publiek twee weekends van de kunst genieten: het kermisweekend van de jaarmarkt én het weekend ervoor. Daardoor kunnen mensen van buiten Vilvoorde de tentoonstelling ook makkelijker bereiken. Of een keertje terugkomen…

Praktisch:

Vernissage op zaterdag 29 april om 14u (pas op, nieuw tijdstip voor de opening!) met toespraken van auteur Joseph Pearce, VRT-journalist Lucas Vanclooster en Hans Bonte, burgemeester van Vilvoorde.

Kunst in de Troost 2017 is open op:

-zaterdag 29 april en zondag 30 april 2017 van 14 tot 18u
-zaterdag 6 en zondag 7 mei 2017 van 14 tot 18u

-maandag 8 mei 2017 (dag van de jaarmarkt) van 11 tot 18u

Meer info (tekst en foto’s): www.facebook.com/kunstindetroost en www.kunstindetroost.be

 

Vredige stilte

Drie dagen en twee nachten lang zitten mensen samen in stilte op het Muntplein in Brussel. Een sit-in om verbondenheid te accentueren. Silence for peace heeft geen ideologische kleur.

Stilte heb je in soorten.

“Ik heb altijd een hekel gehad aan stilte, aan dingen die niet gezegd worden. (…) De stilte is voor mij het begin van het einde, een voorbode van de dood, het tegenovergestelde van het leven.”

Carine Russo publiceerde deze zomer, twintig jaar na de moord -door Marc Dutroux- op haar dochtertje Mélissa, haar dagboek van toen. Alle begrip voor de gevoelens van een moeder die haar kind verloor. Ze ervaart negatieve, onvrijwillige stilte. Er is ook een positieve variant. Zelfgekozen, mild, open en verbindend. Daarover gaan Silence for Peace en deze bijdrage.

Stille media

Er is grote nood aan stilstaan en temporiseren in deze op scherp gestelde tijden. De animo voor stilteretraites of  -wandelingen groeit. Zelfs in de (audiovisuele) mediazee kun je eilandjes van contemplatie ontwaren. In Wanderlust op Canvas luistert filosofe Alicja Gescinska naar interessante denkers. Luisteren naar iemand, dat was lang geleden. In de eerste aflevering met Roger Scruton liet ze zelfs een lange stilte vallen, zo lang dat Scruton vroeg waar het volgende gespreksthema bleef… In het programma waar ik zelf voor werk, Bonus op Radio 1 (‘s zaterdags tussen 7 en 9), treedt elke week een dichter de actualiteit in verzen tegemoet.  Poëzie is de stilste vorm van literatuur. De witruimte tussen de woorden is minstens even belangrijk. Klara is gestart met het zondagse Walden, trage radio met weinig beats per minute.

Hoeveel minuten stilte?

De rituele variant van stilte hebben we het afgelopen jaar vaak kunnen (moeten?) ervaren. De dag na de aanslagen in Brussel stonden we gekringd rond kaarsen en bloemen voor de Beurs. Hoeveel keer zal dat nog nodig zijn? Vroeg ik me af. Ik was naïef. De voorbije maanden stegen op teveel plekken  ‘Schweigeminuten’ als gebeden ten hemel. Ze boden wat troost, maar altijd met een parfum van verstomming, bouche bée.

Tegelijk is het lawaai enkel toegenomen. Luisteren is er niet meer bij. Ik leg m’n handen over m’n oren en blijf de verwijten en (voor)oordelen horen. Angst doet de ene mens schreeuwen en de andere ineenkrimpen, in het echte en het virtuele leven van de sociale media.

’t Is hoog tijd voor iets anders.

Anders reageren

Stilte is de ontbrekende stem in conflict en debat, vinden de organisatoren van Silence for Peace. Het is het proberen waard. Stilte is een middenveld, waarop mensen, groepen, belangen elkaar kunnen vinden. Om het negatief te formuleren: stilte is niet verkaveld, geclaimd of gekoloniseerd, noch ideologisch, religieus, commercieel of politiek ingevuld. Positief gezegd: stilte is vrij en open, stilte is van en voor iedereen, een vrijplaats waar meer velerzijds begrip kan groeien.

Zoals zo vaak begint het van binnen, individueel. Maar wat een kracht kan er uitgaan van een groep stille mensen. Ik bekijk het als een ‘cairn’, een hoop stenen die als baken dient in het landschap. Ik leg er graag een stil steentje bij.

Telkens weer die bloemen, kaarsen en stille wakes als er iets ergs is gebeurd. ‘t is tijd om eens positief en samen stil te zijn, zonder directe negatieve aanleiding. Om niet met taal of actie te reageren, maar met iets van een geheel andere orde. Iets dieps en essentieels en menselijks. Kom erbij zitten, kort of lang. Kom u verwonderen. Of vervelen. Want spannend is het wel.

Silence for peace op het Muntplein in Brussel, van donderdag 15 september 2016 om 8u tot zaterdag 17 september om 20u. Lees deze tekst ook op deredactie.be