De kolibrie, de lijster en de salangaan

Over “De kolibrie” van Sandro Veronesi – een persoonlijke bespreking door Lucas Vanclooster

De voorbije decennia zijn we bepaald verwend met schrijvers uit Zuid-Europa. In Spanje brak de reus Antonio Muñoz Molina door, vooral met zijn epos “De nacht der tijden” dat zich afspeelt bij het begin van de Spaanse Burgeroorlog. Voorts zijn er twee Javiers: Marías en Cercas. Uit Italië kwamen Paolo Cognetti, Paolo Giordano of Sandro Veronesi van het meesterwerk “Kalme chaos”. Voor mijn part mogen deze heren snel de Nobelprijs literatuur krijgen, al vind ik dat die bekroning nu eerst een paar keer naar Afrikaanse en Arabische vrouwen moet gaan.

Vorig jaar verscheen “Il colibri” van Sandro Veronesi (°1959), intussen keurig vertaald als “De kolibrie” (Prometheus, 330 bladzijden). Toen ik het kocht, wist ik helemaal niet waar het over ging. Spoiler alert: de hoofdpersoon verliest zijn zus Irene en dochter Adèle. De Italiaanse critici riepen dit werk, dat ik maar aarzelend een roman noem, uit tot het boek van het jaar. Bij ons waren de recensenten wat sceptischer. Ze vonden dat hoofdpersoon Marco Carrera toch wel heel veel rampspoed beleefde of over zich uitriep. Ik denk dat onze critici het niet helemaal begrepen hebben. Danny Ilegems van Humo bekeek “De kolibrie” wel vanuit een interessante invalshoek en noemde het een boek over de liefde in alle mogelijke aspecten.

Wat ik hier schrijf, is geen recensie maar een persoonlijk verslag van een bijzondere leeservaring. Op 1 januari van het vervloekte jaar 2020 verloren wij onze geliefde 21-jarige zoon en broer. Zijn totem bij de scouts was salangaan, gierzwaluw. Hij verdronk in het kanaal van Vilvoorde na een nieuwjaarsfuif. Het kwam in het nieuws, want mijn arme jongen was eerst vijf dagen vermist. De maand januari was hectisch en dramatisch. Niets verschrikkelijkers had ons kunnen treffen.

Na zes weken beproefde ik moeizaam mijn routine weer op te nemen, te werken, iets te betekenen voor mijn 19-jarige dochter (totem: lijster). Mijn interesses zegden mij niets meer. Ik had niet eens gemerkt dat er zo iets als corona de wereld was binnengeslopen. De quarantainemaatregelen en de plotselinge lente legden een tweede en een derde laag van vervreemding over ons leven, wat ook betekende dat de salangaan al tot het definitieve verleden behoorde, tot het pre-coronatijdperk. Alleen kunst (Jan Van Eyck, Kris Martin en Keith Haring – waar de salangaan en zijn lief dol op waren), poëzie en boeken over rouw en verlies van Manu Keirse, P. F. Thomése en Guillaume Van der Stighelen konden mij boeien en troosten. Twee andere dikke romans die ik normaal met belangstelling zou hebben gelezen, lieten mij steenkoud.  

I can’t go on. I’ll go on.

Als motto voor “De kolibrie” koos Veronesi bovenstaand citaat van Samuel Beckett. Ik kan niet verder. Ik ga door. Het beschrijft exact hoe ik mij voel. “De kolibrie” speelt in de periode 1960-2030 maar is niet chronologisch opgebouwd. Allerlei gebeurtenissen uit die tijd, vooral in Italië, passeren de revue.

“De kolibrie” is verre van een traditionele roman. Er zijn verhalende hoofdstukken, jawel, maar de lezer krijgt veel informatie via telefoongesprekken, andere dialogen, dromen, een zakelijk feitenrelaas en een inventaris van de met herinneringen beladen bezittingen van de overleden ouders. Ik vond de vermenging van klassieke en nieuwe technieken heel geslaagd.

Hoe dan ook, na lezing van bladzijde 1 tot 330 was ik zo gepakt, dat ik onmiddellijk opnieuw naar het begin ging en weer begon te lezen, maar dan wel chronologisch. Gelukkig vermeldt de inhoudstafel wanneer de bijna 45 hoofdstukken zich afspelen. Het werd een wonderlijk, fijn lees-experiment, want de emoties die Veronesi opwekt, verdiepten zich nog.

Een klein vogeltje

Marco Carrera, zoals Veronesi geboren in 1959, kreeg de bijnaam kolibrie in zijn jeugd toen hij door een groeistoornis erg klein bleef. Dat kwam na een medische kuur goed. Luisa, de grote liefde van zijn jonge jaren, gaf hem, onwetend over zijn kindertijd, opnieuw die koosnaam, omdat hij haar deed denken aan een kolibrie, die ongelooflijk snel zijn vleugels uitslaat en toch ter plekke blijft. Mijn zoon kreeg de totem salangaan omdat hij nooit stil zat, doorheen het leven gierde, hard ging.

Marco en Luisa hebben als volwassenen nog altijd een hartstochtelijke geheime platonische affaire. Omdat ze maar één keer seks hadden, in hun puberteit, verkeren ze in de waan dat ze hun partner niet bedriegen. De lezer volgt hun verhouding in brieven, prentkaarten, mails, sms’jes en andere communicatie. Ook de verstoorde relatie met zijn broer Giacomo, die destijds op dezelfde Luisa verliefd was en die naar de Verenigde Staten vluchtte, wordt via alternatieve zogenoemd sociale media verteld.

… naar het rijk van de regengod, waar hij of zij woont te midden overvloedig voedsel en copieuze rijkdommen.

Marco, Giacomo en Irene zijn de kinderen van een intellectueel koppel dat een schijnbaar gelukkig huwelijk kent, maar dat kreunt onder allerlei spanningen. “Ze waren niet voor elkaar gemaakt. Eigenlijk is niemand voor iemand anders gemaakt. Sommigen zijn zelfs niet voor zichzelf gemaakt.” Alleen Irene heeft dat door. Ze heeft alles door. Tijdens een vakantie aan zee pleegt ze zelfmoord in een baai met erg gevaarlijke draaikolken. Op dat ogenblik  liggen haar ouders en Marco te vrijen op het strand, in het geval van haar broer en Luisa dus de enige keer, terwijl Giacomo stikjaloers rondzwerft.

Dat ze de bijna voorspelbare suïcide niet hebben kunnen voorkomen omdat ze alleen met hun eigen besognes bezig waren is een levenslang trauma voor de andere gezinsleden en zeker voor Marco, die zijn oudere zus mateloos bewonderde. Het is enigszins vergelijkbaar met de vroege ochtend van 1 januari. Terwijl onze zoon al dood in het kanaal lag, waren zijn onwetende geliefden vlakbij nog aan het feesten. Maar wie sterft door verdrinking, “gaat naar het rijk van de regengod, waar hij of zij woont  te midden overvloedig voedsel en copieuze rijkdommen”.

Marco Carrera, oogarts, wordt omringd door vrouwen die om de haverklap naar de psychoanalist trekken. Hij heeft een afkeer van die zielenknijpers. Toch zal de meest doortastende psycholoog, die in hoofdstuk 1 zijn leven in een ongewenste plooi duwt, hem uiteindelijk redden. Ondanks alle droefenis is “De kolibrie” een gematigd optimistisch boek. In alle ellende zit ook een kans op een oplossing en die kan je diep in jezelf vinden. Dit klinkt Dirk De Wachter-achtig, maar is het niet.

Het boek eindigt met een bijna idyllische euthanasie in 2030. Decor: een Italiaanse tuin, waar een aangenaam briesje doorheen waait. Kankerpatiënt Marco stapt uit het leven, in het volle besef van wat hij doet, omringd door alle overlevende personages, met wie hij zich verzoent, en die elkaar ook  de hand reiken. Kan het mooier?

Den draad

Herinnert u zich het sublieme VRT-televisieprogramma “In de Gloria”? Daarin vertolkte Frank Focketyn de oudere vrouw Liliane die in de waan verkeert dat er “een koord uit haar gat” komt. Ook in “De kolibrie” speelt een dergelijke draad een rol. Adèle, het dochtertje  van Marco, denkt dat een draad haar verbindt met de dichtstbijzijnde muur. Daarom staat ze altijd dicht tegen een wand en probeert ze te vermijden dat iemand achter haar voorbij loopt. Dat isoleert het kind in hoge mate.

Uiteindelijk brengt een psychoanalist, die weinig meer doet dan met het kind spelen, een verklaring. De draad, zegt hij, verbindt het meisje niet met de muur, maar met de te afwezige vader, van wie ze erg veel houdt, maar die ze mist. Het is een soort navelstreng. Marco en zijn vrouw accepteren de uitleg en gooien hun leven om.

Van dan af zorgt Marco vooral voor zijn dochter. De draad verdwijnt onmiddellijk, vader en kind zijn erg gelukkig. Alleen de moeder, airhostess, gaat ten onder aan de omkering van de taken. Dan komt ook de relatie tussen Marco en Luisa uit. De moeder gaat er met een Lufthansapiloot vandoor naar Duitsland, met medeneming van de dochter. Onmiddellijk is de draad daar weer.

Jaren later sterft Adèle in een bizar klimongeval. Haar klimtouw (de draad!) breekt, een hoogst uitzonderlijke gebeurtenis. De aankondiging van het tragische telefoontje dat alle ouders vrezen is een helse ervaring waar Veronesi twee ondraaglijk spannende bladzijden voor uittrekt.

Ik ben een sjikoel, een thaakil

Marco is nu iets waarvoor in de meeste talen geen woord bestaat, maar in het Hebreeuws, Arabisch, Sanskriet en Grieks wel. In die talen heet een man of vrouw die zijn/haar kind niet heeft kunnen redden of beschermen, respektievelijk een sjikoel, een thaakil, een vilomah of een charokammenos

Adèle heeft op het ogenblik van haar dood een dochter van twee, Miraijin, vader onbekend.  Grootvader Marco besluit om het kind op te voeden. Hij geeft job, reizen, vriendschappen, bezigheden op en wijdt zich helemaal  aan zijn kleinkind.    

En dan volgen twee van de meest fundamentele bladzijden, geniaal in al hun eenvoud, die ik ooit las. Ik moet mij beheersen om ze niet integraal te citeren. Ze zouden letterlijk opgenomen moeten worden in elk boek over rouw en verlies van een kind.

Wees een volle persoon

De psychoanalist vindt het een erg slecht idee dat Marco alles opgeeft om heel zijn bestaan ten dienste te stellen van zijn kleindochter. Zij kan in hem dan alleen maar een lege man zien die zijn leegte overdraagt op haar. Maar een kind heeft nood aan een volle opvoeder, iemand met sociale relaties, bezigheden, tijdverdrijf. Ook als die activiteiten het kind niet interesseren zijn ze noodzakelijk om invulling en zin te geven. Slagen hoeft niet, proberen volstaat, inspanning is leven.

De psycholoog raadt Marco ten stelligste aan om weer te gaan werken en zijn hobby’s op te pakken: tennis en gokken. Marco volgt de raad op, hij neemt zijn kleindochter mee naar de court, het casino  en gevaarlijke criminele goktenten. Het kind heeft daar niets aan, maar ziet een opvoeder die soms met andere dingen bezig is en daar voldoening in vindt.   

Toen mijn lieve salangaan verdronk wilde ik dat mijn verdere allicht korte leven (ik ga met pensioen) alleen uit verdriet zou bestaan, uit “berustende gedachten over wat had kunnen zijn en niet was geweest”. Dat ik alleen met rouw mijn vrouw en mijn lijster van 19 tegemoet zou treden. Niets boeide mij nog. Maar ik heb de plausibele raad van Veronesi opgevolgd.

Na het overlijden van Gabi Delgado, de zanger van DAF of Deutsch- Amerikanische Freundschaft, een elektropunkband uit de vroege jaren 80, haalden mijn vrouw en ik herinneringen op aan die cultgroep. Mijn dochter, die DAF niet kent en dat geenszins mist, luisterde geamuseerd, tot mijn verbazing en vreugde. Daarna dwong ik mezelf om in mijn archief allerlei oud papier uit mijn jeugd op te duikelen en in de tuin in de lentezon te bekijken. We voerden warempel een gesprek over de grafiek en foto’s en hoe lang het geleden was dat ik die dingen had bekeken.  

Mijn dochter zag haar vader zoals hij voor het tragische ongeval was. Mijn archief zal haar worst wezen, maar ze herkent mij opnieuw, die ouwe met zijn rare obsessies… Ik ben weer een volle persoon. (Hoop ik.)

Ontroering

Ik vind “De kolibrie” een meesterwerk. Naast de beklijvende inhoud – ik laat een paar knappe verhaallijnen en slimme intriges onvermeld – is het ook een stilistisch erg rijke, vaak meeslepende pageturner met verrassende uitgestelde cliffhangers, dikwijls Italiaans exotisch levendig en grappig, herkenbaar en empathisch. De vele zijsporen doen er niet echt toe, maar zijn er gelukkig wel.

De roman is ook een beklijvend, krachtig, moedig en noodzakelijk pleidooi voor echte vrijheid en waarheid, tegen populistische vrijheden, voor een waarachtige uiting van integere meningen, tegen leugen en demagogie en fake nieuws. Veronesi schrijft visueel sterk met een wonderlijk talent voor observatie van menselijke gedragingen. Het resultaat: een “vol” boek, over leven en dood, liefde en bedrog, lijden en verrijzenis. Een onmisbare roman voor wie moet leven met verlies, een literaire parel voor de hele wereld.

Lucas Vanclooster – recensie voor het cultuurmagazine “Ambrozijn”, april 2020

14 gedachtes over “De kolibrie, de lijster en de salangaan

    • Zeer mooie, persoonlijke en aangrijpende bespreking Lucas. Ik vind je uiteenzetting van volle persoon heel treffend. Dankjewel om dit te delen, zeer waardevol voor ons allen. Veel goede moed voor jullie!! Lieve groet, Ruth

      Geliked door 1 persoon

  1. Moedig en heel persoonlijk, Lucas. Voor mij weerom een bewijs hoe boeken louterend kunnen werken. Na het lezen, kom je er een stukje als een ander mens uit. Het is ook bijzonder hoe de juiste boeken op het juiste moment door je handen passeren… Ik was destijds ook erg aangegrepen door ‘Kalme Chaos’ van dezelfde auteur. Voortaan vormen de Kolibrie, de lIjster en de Salangaan een onlosmakelijk trio. Lieve groeten aan jullie allen!

    Geliked door 1 persoon

  2. Vandaag zei mijn psychologe:” ik heb in het weekend veel aan je gedacht. Het artikel in “de Morgen”van Lucas Vanclooster en het boek Kolibrie moet je lezen. Ik denk dat je er veel aan hebt.” Ook wij hebben onze zoon verloren(2019) en alles uit het artikel is herkenbaar en geeft je het gevoel niet alleen te staan. Ik ga nu aan het boek beginnen en hoop op hetzelfde!
    Dank je!
    Karen

    Like

  3. Wat een oprechte openhartige bespreking van dit fijne complex geschreven boek! Na het lezen ervan doet het deugd om uw tekst te lezen. Dankzij dit boek kunnen we de verwerking van verlies en de nieuwe stap tot een ‘volle mens’ delen. Deze namiddag houdt onze leesclub een bespreking in open lucht op het domein van Raversijde. Daar staan banken in een halve kring, ver genoeg uit mekaar. Iemand leidt de bespreking en dan wandelen wij negenen in kleine groepjes van 2 of 3 op het mooie domein. Ik zal ook aan u beiden denken en kijken naar elke vogel die over ons heen vliegt. DANK

    Like

  4. Ik heb net de film gezien en vond die heel mooi. Inderdaad wat de psycho-analyst zegt, dat je je leven moet (proberen) vullen is de fantastische kernboodschap… Ik had gelukkig geen recensies vooraf gelezen, heb dat pas nu gedaan, en snap de kritieken niet (of snappen de critici de film niet?). Ik vroeg me ook af of ik het boek zou lezen en kwam onmiddellijk op deze treffende bespreking terecht. Ik ga het boek zéker lezen. Dank je, Lucas, dank je, Kristien…

    Like

Plaats een reactie